preheader NTVH

Pegcetacoplan levert een duurzaam behandeleffect op bij paroxismale nachtelijke hemoglobinuriepatiënten

Eerdere resultaten van de PEGASUS-studie toonden aan dat een behandeling met pegcetacoplan superieur was ten opzichte van eculizumab bij patiënten met paroxismale nachtelijke hemoglobinurie. Tijdens EHA 2021 werden follow-upresultaten gepresenteerd waarin patiënten die aanvankelijk met eculizumab werden behandeld, overschakelden naar pegcetacoplan. Hieruit bleek dat patiënten met een suboptimale reactie op eculizumab een duurzaam behandeleffect ondervonden van pegcetacoplan.

Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) is een zeldzame aandoening die tijdens het leven wordt verworven en wordt gekenmerkt door hemolyse, trombose en beenmergfalen. De aandoening is potentieel levensbedreigend.  Momenteel is eculizumab, een  C5-remmer, goedgekeurd voor behandeling van PNH. Deze immuunsuppressor kan intravasculaire hemolyse voorkomen, maar blokkeert geen C3-gemedieerde extravasculaire hemolyse. Pegcetacoplan is een C3-remmer die zowel intravasculaire als extravasculaire hemolyse kan reguleren bij PNH. Daarnaast blijkt pegcetacoplan tot betere klinische uitkomsten en hogere hemoglobineniveaus te leiden na 16 weken in de PEGASUS-studie, in vergelijking met eculizumab. Om deze reden is besloten de studie  middels een open-label-fase voort te zetten en werd de effectiviteit en het bijwerkingenprofiel van pegcetacoplan onderzocht tot 48 weken follow-up.

PEGASUS-studiedesign

In de PEGASUS-studie werden 80 volwassen PNH-patiënten geïncludeerd met een hemoglobineconcentratie onder 10,5 g/dL ondanks eculizumabbehandeling voor minstens 3 maanden. Verder was de reticulocytenconcentratie hoger dan de bovengrens van de normaalwaarden, was het aantal bloedplaatjes meer dan 50*109/l en het aantal neutrofielen meer dan 0,5*109/l. Voorafgaand aan randomisatie startten de patiënten met een ‘run-in’-periode, waarin zij zowel pegcetacoplan als eculizumab ontvingen. Hierna werden zij 1:1 verdeeld over pegcetacoplan (n=41; 1.080 mg, subcutaan tweemaal per week) en eculizumab (n=39, continu doseringsregime). Het primaire eindpunt was het verschil in hemoglobineconcentratie (Hb) na 16 weken ten opzichte van baseline. Na 16 weken hadden patiënten uit de eculizumab-arm de mogelijkheid om over te stappen naar de pegcetacoplan-arm (ECU-naar-PEG) en werd de studie open-label voortgezet.

Voortdurende verbetering bij patiënten behandeld met pegcetacoplan

Patiënten die tijdens de gehele studie doorgingen met de pegcetacoplanbehandeling (PEG-naar-PEG) hadden tijdens de open-label-fase van de studie een gemiddeld Hb van 11,3 g/dL in week 48 en een Hb-stijging van 2,47 g/dL vanaf baseline. Patiënten in de ECU-naar-PEG-arm vertoonden vergelijkbare waarden met een gemiddeld Hb van 11,6 g/dL in week 48 en een Hb-stijging van 2,93 g/dL vanaf baseline. Daarnaast werd een significante daling gezien in het absolute reticulocyten tussen week 17 en week 48 in de ECU-naar-PEG-arm (p<0,0001). In de PEG-naar-PEG-arm was dit verschil niet significant verschillend tussen week 16 en 48 (p=0,31). Er werd wel een daling in lactaatdehydrogenaseniveau gezien bij de PEG-naar-PEG-groep tussen baseline en week 48, en in de ECU-naar-PEG-arm tussen week 17 en 48.  Ten slotte was in het jaar voorafgaand aan de inclusie in de PEGASUS-studie 25% van de PNH-patiënten transfusievrij; dit steeg in week 48 naar meer dan 70% van de PEG-naar-PEG- en ECU-naar-PEG-patiënten.

Het voorkomen van ernstige behandelingsgerelateerde bijwerkingen in de open-label-fase was verder vergelijkbaar met de gerandomiseerde fase van de studie. In de open-label-fase kwamen geen ingekapselde bacteriële infecties voor, wel werden vijf andersoortige ernstige infecties gezien. Tevens werd bij drie patiënten ernstige sepsis gezien, waarna één patiënt zich terugtrok uit de studie. Totaal staakten dertien patiënten PEG-behandeling: drie tijdens de gerandomiseerde fase en tien tijdens de open-label-fase wegens behandelingsgerelateerde bijwerkingen.

Conclusie

Deze follow-updata demonstreren een voortdurende verbetering van verschillende ziektegerelateerde uitkomsten bij PNH-patiënten die werden behandeld met pegcetacoplan met een follow-upperiode tot 48 weken. Daarbij werd een gunstig bijwerkingenprofiel gezien. Deze bevindingen leidden tot de conclusie dat pegcetacoplan mogelijk een veelbelovende behandeloptie is voor deze aandoening, ook wanneer patiënten eerder behandeld zijn met eculizumab.

Referentie

Peffault de Latour R, et al. Forty-eight week efficacy and safety of pegcetacoplan in adult patients with paroxysmal nocturnal hemoglobinuria and suboptimal response to prior eculizumab treatment. Gepresenteerd tijdens EHA 2021; abstract S174.

Spreker Régis Peffault de Latour

Régis Peffault de Latour

Régis Peffault de Latour, MD, PhD, Hôpitaux de Paris, Université de Paris, Parijs, Frankrijk

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven