preheader NTVH

header website

RATIFY-studie: het toevoegen van midostaurine aan chemotherapie verlaagt de cumulatieve incidentie van relapsen bij nieuw-gediagnosticeerde AML-patiënten

De fase III RATIFY-studie heeft laten zien dat het toevoegen van midostaurine, een FLT3-remmer, aan inductie- en consolidatiechemotherapie, gevolgd door een onderhoudsbehandeling, de algehele overleving (‘overall survival’, OS) significant verlengt bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerde acute myeloïde leukemie (AML) die een FLT3-mutatie hebben (HR = 0,78; p = 0,0001).1 Tijdens de ASH 2017 presenteerde dr. Richard M. Stone een poster waarin de cumulatieve incidentie van relapsen (‘cumulative incidence of relapse’, CIR) tussen de 2 behandelarmen werd vergeleken. Uit deze post-hoc analyse bleek dat de CIR was verbeterd bij de patiënten bij wie midostaurine was toegevoegd aan de behandeling. Dit laatste was alleen het geval wanneer geen rekening gehouden werd met de autologe stamceltransplantatie (ASCT)-status van de patiënten.2

In de RATIFY-studie zijn 3.277 nieuw-gediagnosticeerde AML-patiënten geïncludeerd met een leeftijd jonger dan 60 jaar. De inductietherapie bestond uit daunorubicine (60mg/m2 op dag 1-3) en cytarabine (200 mg/m2 dag 1-7, continu) al dan niet in combinatie met oraal midostaurine (50 mg, tweemaal daags op dag 8-22). Patiënten die in complete remissie (CR) kwamen werden behandeld met 4 cycli cytarabine (3 mg/m2) in 3 uur, elke 12 uur op dag 1, 3 en 5 al dan niet in combinatie met oraal midostaurine (50mg, tweemaal daags op dag 8-22) gevolgd door een onderhoudsbehandeling (12 28-daagse cycli) met oraal midostaurine of placebo (50mg, tweemaal daags). Een allogene stamceltransplantatie (SCT) was toegestaan; 409 patiënten ondergingen een SCT. Voor de CIR-analyses waren er 2 definities van CR: CR volgens het protocol (CR60; na 60 dagen) en CR tijdens de inductiebehandeling (CRind). Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd, waarbij werd gekeken of een SCT en niet-AML gerelateerd overlijden de CIR beïnvloedden.

Resultaten

De mediane follow-up was 59 maanden voor de patiënten in leven. Een CR binnen 60 dagen werd bereikt bij 403 patiënten (midostaurine versus placebo: 59% versus 54%, p = 0,15)  en bij 441 patiënten tijdens inductiebehandeling (midostaurine versus placebo: 65% versus 58%; p=0,053). Van deze patiënten hadden 181 uit de CR60-groep (midostaurine versus placebo: 43% versus 53%, p = 0,40) en 199 uit de CRind-groep (midostaurine versus placebo: 42% versus 49%, p = 0,15) een relaps.

Zowel in de CR60- als in de CRind-groep hadden de patiënten behandeld met midostaurine een lagere CIR (CR60: HR = 0,77; 95% BI: 0,58 – 1,03; stratG p = 0,08 en CRind: HR: 0,72; 95% BI: 0,55 – 0,94; stratG p = 0,02), wanneer er geen rekening werd gehouden met de SCT-status. Dit effect ging verloren wanneer gecorrigeerd werd voor patiënten die een SCT ondergingen (CR60: HR = 0,87; 95% BI: 0,63 - 1,19; stratG p = 0,34 en CRind: HR: 0,81; 95% BI: 0,60 - 1,10; stratG p = 0,18).

Concluderend laat deze post-hoc analyse van de RATIFY-studie zien dat midostaurine de CIR verbetert (onafhankelijk van de definitie van CR). Dit verschil ging verloren wanneer er rekening werd gehouden met de patiënten die een SCT ondergingen. Hieruit kan worden opgemaakt dat een SCT ook van belang is om een relaps te voorkomen. Deze resultaten, samen met de verbetering in OS bij SCT-patiënten die behandeld werden met midostaurine, suggereren dat midostaurine het risico op een relaps verlaagt  mogelijk door de tumorlast te reduceren en langdurigere remissies te bewerkstelligen.

Referenties

1. Stone RM, Sumithra JM, Sanford BL, et al. Midostaurin plus Chemotherapy for Acute Myeloid Leukemia with a FLT3 Mutation. N Engl J Med 2017; 377:454-464.
2. Stone RM, Sumithra JM, Sanford BL, et al. The Addition of Midostaurin to Standard Chemotherapy Decreases Cumulative Incidence of Relapse (CIR) in the International Prospective Randomized, Placebo-Controlled, Double-Blind Trial (CALGB 10603 / RATIFY [Alliance]) for Newly Diagnosed Acute Myeloid Leukemia (AML) Patients with FLT3 Mutations. Presented during ASH; abstract 2580.

Deze bijdrage werd mede mogelijk gemaakt door Novartis Pharma BV

Spreker Richard Stone

Stone

Dr. Richard M. Stone, MD, Dana-Farber Cancer Institute, Boston, MA, USA

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven