preheader NTVH

ash2014-1

Snellere en diepere reductie van BCR-ABL-niveaus met ponatinib leidt tot betere langetermijnuitkomsten bij refractaire CML

Een retrospectieve analyse van de fase II PACE-studie toont aan dat het behalen van een snelle en diepe reductie van BCR-ABL-niveaus met ponatinib op de langere termijn is geassocieerd met een betere uitkomst voor patiënten met refractaire CML.

Ponatinib is geregistreerd voor de behandeling van volwassen CML- en Ph+ ALL-patiënten met resistentie of intolerantie voor de tweede generatie tyrosinekinaseremmers (TKI’s) dasatinib of nilotinib, die niet in aanmerking komen voor imatinib, of de T351I-mutatie hebben. Het is een oraal beschikbare, potente pan-BCR-ABL-remmer met een sterk remmende activiteit op ongemuteerd en gemuteerd BCR-ABL. In de PACE-studie is voor ponatinib een substantiële klinische effectiviteit aangetoond bij chronische fase (CP)-CML-patiënten die resistent of intolerant zijn voor dasatinib of nilotinib of een T315I-mutatie hebben.

De hier gepresenteerde analyse onderzocht het verband tussen het bereiken van vroege cytogenetische en moleculaire responsen met ponatinib en de langetermijn uitkomst bij patiënten in de PACE-studie. In de analyse werden in totaal 267 CP-CML-patiënten uit de PACE-studie met valide cytogenetische en moleculaire uitslagen meegenomen. Van al deze patiënten werden hun moleculaire en cytogenetische status na 3 en 6 maanden geclassificeerd. Deze responsen werden vervolgens gecorreleerd aan de langetermijn uitkomsten.

Na 3 maanden had 51%, 36% en 15% van de patiënten een ≤10% BCR-ABLIS, ≤1% BCR-ABLIS en een MMR bereikt. Patiënten met één van deze responsen hadden na 2 jaar een significant hogere kans op een verbetering van de progressievrije overleving (PFS) dan patiënten die geen ≤10% BCR-ABLIS, ≤1% BCR-ABLIS of MMR hadden na 3 maanden. De 2-jaars PFS voor patiënten met ≤1% BCR-ABLIS na 3 maanden was 87% versus 62% voor patiënten zonder deze respons (p=0,0003). Voor patiënten met een MMR na 3 maanden bedroeg de 2-jaars PFS 97% ten opzichte van 67% voor patiënten zonder MMR na 3 maanden (p=0,0006).

Een vergelijkbare trend werd gezien voor de totale overleving (OS). De 2-jaars OS was significant beter voor patiënten die na 3 maanden ≤1% BCR-ABLIS of een MMR bereikt hadden (90% en 97%) dan voor patiënten die dat niet hadden (84% en 84%; respectievelijke p-waarden 0,0357 en 0,0324). Bovendien bleek het niveau van BCR-ABL na 3 maanden geassocieerd te zijn met het bereiken van een diepere moleculaire respons (MR4 en MR4,5).

Het bereiken van een MCyR of een CCyR na 3 maanden gaf een significant hogere kans op een verbeterde 2-jaars PFS in vergelijking met het niet bereiken van deze responsen (respectievelijk p<0,0001 en p=0,0002). Dienovereenkomstig bleek dat het bereiken van een MCyR, een CCyR of ≤1% BCR-ABLIS na 3 maanden significant was geassocieerd met een langere 2-jaars OS. Vergelijkbare correlaties werden gezien met de moleculaire en cytogenetische analyses na 6 en 12 maanden.

Samengevat stellen de auteurs dat een snelle en diepe reductie van de BCR-ABL niveaus met ponatinib bij deze zwaar voorbehandelde patiëntenpopulatie resulteert in verbeterde uitkomsten op de lange termijn. Deze resultaten tonen aan dat het vroeg bepalen van BCR-ABL niveaus meerwaarde heeft, aangezien deze niveaus een sterk voorspellende waarde hebben voor de langetermijnuitkomst van patiënten.

Referentie

Müller M, Baccarani M, Deininger M, et al. Achieving Early Landmark Response Is Predictive of Outcomes in Heavily Pretreated Patients with Chronic Phase Chronic Myeloid Leukemia (CP-CML) Treated with Ponatinib. Presented at ASH 2014; Abstract #518.

 

Spreker Martin Müller

 Muller

Martin Müller, MD, PhD,
Universitätsmedizin Mannheim, Mannheim, Duitsland


Zie: Keyslides

Naar boven