preheader NTVH

header

Elotuzumab met lenalidomide en een lage dosering dexamethason resulteerde in een hoge ORR bij patiënten met recidiverende/refractaire multiple myeloma

Elotuzumab is een humaan monoclonaal IgG1 antilichaam gericht tegen CS1, een glycoproteine op het celoppervlak. CS1 komt voornamelijk tot expressie bij >95% van multiple myeloma (MM) cellen en kent weinig tot geen expressie in normaal weefsel. Een Fase I studie met elotuzumab plus lenalidomide en een lage dosering dexamethason liet een overall respons rate (ORR) zien van 82% bij patiënten met recidiverend/refractair (RR) MM (Lonial et al. J Clin Oncol, in press).

Het voornaamste doel van deze nieuwe Fase II studie is het bepalen van de veiligheid en effectiviteit van elotuzumab in combinatie met lenalidomide en een lage dosering dexamethason bij patiënten met RR MM inclusief hoog-risico patiënten. Eerder behandelde patiënten met MM werden in deze studie gerandomiseerd naar een behandeling met elotuzumab (10 of 20 mg/kg iv- dag 1, 8, 15, en 22, elke 28 dagen, tijdens de eerste 2 cycli en op dag 1 en 15 van de daarop volgende cycli), lenalidomide 25 mg oraal (op dag 1-21) en wekelijks dexamethason 40 mg oraal.
De behandeling werd voortgezet tot ziekteprogressie of tot het optreden van een niet aanvaardbare toxiciteit. Het primaire eindpunt was het bepalen van de effectiviteit (ORR ≥ partiële respons [PR]) volgens de IMWG criteria.

Van de 73 patiënten (mediane leeftijd 63 jaar,range: 39-82), had 55% eerder ≥ 2 behandelingen ondergaan, was 60% eerder met bortezomib behandeld en 62% eerder met thalidomide.
De ORR was 82% voor alle patiënten, met 48% ≥ ‘very good PR’ (VGPR). De ORRs bedroegen 92% in de 10 mg/kg groep (n=36) en 73% in de 20 mg/kg groep (n=37). De mediane tijd tot een objectieve respons bedroeg 1.0 maand (range: 0.7-5.8). Na een mediane follow-up van 14.1 maanden, was het eindpunt voor de mediane progressievrije overleving nog niet bereikt, bij een PFS van 75% (10 mg/kg) en 65% (20 mg/kg). Bij patiënten met een hoog-risico cytogenetisch en/of stadium 2-3 MM, werden ORRs van 80%, respectievelijk 81% waargenomen.
De meest frequent voorkomende graad 3-4 bijwerkingen waren: neutropenie (16%), lymfopenie (16%) en trombocytopenie (16%).

Elotuzumab gecombineerd met lenalidomide en een lage dosering dexamethason werd over het algemeen goed verdragen en resulteerde in een hoge ORR, terwijl het eindpunt voor de PFS nog niet werd bereikt na 14.1 maanden mediane follow-up bij deze groep patiënten met RR MM. De combinatie was ook effectief bij patiënten met een hoog risico cytogenetisch profiel en/of stadium 2-3 MM, concludeerden de onderzoekers. Twee nieuwe Fase 3 studies met 10 mg/kg elotuzumab in combinatie met eerdergenoemde middelen zijn momenteel gaande bij nieuw gediagnosticeerde MM patiënten (ELOQUENT1; CA204-006; NCT01335399) en RR MM patiënten (ELOQUENT2; CA204-004; NCT01239797).

Referentie

Moreau P, et al. A randomized Phase 2 study of Elotuzumab with lenalidomide and low-dose dexamethasone in patients with relapsed/refractory Multiple Myeloma.Abstract 1145, EHA 2012.

Spreker Philippe Moreau

moreau

Philippe Moreau, MD, PhD,
Hematology Department, University Hospital Nantes, Frankrijk

 

Zie: Keyslides

Naar boven