preheader NTVH

header website

Het bijwerkingenprofiel van obinutuzumab in een fase IIIb-studie was consistent met eerdere studies

De fase IIIb GREEN-studie evalueerde het bijwerkingenprofiel van obinutuzumab alleen of in combinatie met chemotherapie bij patiënten met onbehandelde chronische lymfatische leukemie (CLL) of recidiverende/refractaire (r/r) CLL. Deze resultaten bleken in lijn te zijn met het reeds bekende bijwerkingenprofiel van obinutuzumab met of zonder chemotherapie in vergelijkbare patiëntenpopulaties.

Obinutuzumab is een ‘glyco-engineered’ type II anti-CD20 monoklonaal antilichaam. Uit een eerdere studie is gebleken dat obinutuzumab in combinatie met chloorambucil effectiever is dan rituximab + chloorambucil bij therapienaïeve CLL-patiënten met comorbiditeiten, maar de klinische ervaring met deze combinatie is beperkt.1

De GREEN-studie is een nog lopende fase IIIb-studie naar het bijwerkingenprofiel en de verdraagbaarheid van obinutuzumab alleen of in combinatie met chemotherapie bij fitte en niet-fitte eerstelijns- of r/r CLL-patiënten. Het doel van deze op de EHA door Leblond gepresenteerde analyse was het bepalen van de frequentie, het type en de ernst van de bijwerkingen.

De patiënten in de GREEN-studie waren 18 jaar of ouder en hadden gedocumenteerde CLL, een ECOG-performancestatus 0-2 en adequate hematologische functies. Zij werden gerandomiseerd tussen obinutuzumab (G; 1.000 mg IV) alleen of obinutuzumab plus chemotherapie naar keuze van de behandelaar. De opties waren fludarabine en cyclofosfamide (FC) voor fitte patiënten, chloorambucil (Clb) voor niet-fitte patiënten en bendamustine (B) voor zowel fitte als niet-fitte patiënten.

De mediane follow-up bedroeg 12,7 maanden en de mediane behandelduur 20,3 weken.2 De huidige analyse omvatte 825 patiënten, waarvan 485 therapienaïeve en 340 r/r CLL-patiënten. Bijna alle patiënten (96,2%) ervaarden bijwerkingen. De incidentie van graad 3-5 bijwerkingen bedroeg 62,3% in de G alleen-arm, 83,6% in de G-FC-arm, 64,9% in de G-Clb-arm en 73,0% in de G-B-arm. Ernstige bijwerkingen kwamen voor bij respectievelijk 41,5%, 38,4%, 40,2% en 48,2% in de G alleen-, G-FC-, G-Clb- en G-B-arm. Fatale bijwerkingen werden gerapporteerd bij respectievelijk 3,8%, 2,5%, 3,1% en 4,5%. In totaal staakten 111 patiënten (13,5%) de behandeling als gevolg van bijwerkingen. Bij de 43 overleden patiënten waren in 32 gevallen de bijwerkingen de oorzaak, 11 patiënten overleden als gevolg van ziekteprogressie en 15 overlijdensgevallen waren gerelateerd aan de kanker.

De meest voorkomende graad ≥3-bijwerkingen waren neuropenie, trombocytopenie, anemie, febriele neutropenie, tumor-lysissyndroom, pneumonie, lymfopenie en hypotensie. Bij 83% van de patiënten werden de bijwerkingen beschouwd als obinutuzumab-gerelateerde bijwerkingen, met name neutropenie (36,0%), trombocytopenie (23,0%), pyrexie (21,7%), misselijkheid (17,5%), rillingen (15,3%) en anemie (10,4%). Belangrijke bijwerkingen (van elke graad) waren hartaandoeningen (8,7%), bloedingen (6,2%), trombocytopenie (32,4%) en secundaire maligniteiten (4,1%). In de G-B-arm kwam trombocytopenie vaker voor bij niet-fitte patiënten (10,0%) dan bij fitte patiënten (5,2%).

Referenties

  1. Goede V, Fischer K, Busch R, et al. Obinutuzumab plus Chlorambucil in Patients with CLL and Coexisting Conditions. N Engl J Med 2014;370:1101-10.
  2. Leblond V, Dilhuydy M-S, Foà R, et al. Preliminary safety data from the phase 3b GREEN study of obituzumab (G) alone or combined with chemotherapy for previously untreated or relapsed/refractory chronic lymphocytic leukemia (CLL). Abstract S427, presented during EHA 2016, Copenhagen.

Spreker Veronique Leblond

 Leblond

Prof. Veronique Leblond,
MD, PhD, professor in Hematology, head of the department of Hematology, Pitié Salpêtrière Hospital, Paris, Frankrijk


Zie: Keyslides

Naar boven