preheader NTVH

ash2014-1

Sotatercept verhoogt productie van rode bloedcellen en vermindert transfusiebelasting bij myelodysplastisch syndroom

Anemie is een moeilijk te behandelen complicatie van het myelodysplastisch syndroom (MDS). Er is een grote behoefte aan meer kennis over de meest optimale behandeling van anemie bij MDS-patiënten. De fase II-studie uitgevoerd door Komrokji en collega’s toonde veelbelovende resultaten met sotatercept, een injecteerbaar activine type IIa-receptor fusie-eiwit, als een middel om de last van frequente bloedtransfusies te verminderen.

Anemie bij MDS vormt een uitdaging voor de clinicus, met name na het falen van erytropoëse-stimulerende factoren (ESA’s). Sotatercept is een nieuw geneesmiddel dat ingrijpt op een laat stadium van de erytropoëse met het verhogen van de afgifte van rijpe erytrocyten in de circulatie via een erytropoëtine-onafhankelijk mechanisme. Sotatercept stimuleert de erytropoëse en verhoogt de Hb-waarde bij gezonde vrijwilligers. Deze bevindingen ondersteunen de klinische ontwikkeling van sotatercept als geneesmiddel voor de behandeling van anemie bij laagrisico-MDS-patiënten.

De open-label fase II-studie va Komrokji et al. is de eerste studie die het effect van sotatercept bij MDS-patiënten evalueert. In deze studie keken de onderzoekers niet alleen naar de effectiviteit, maar ook naar de meest optimale dosering. In totaal werden 54 grotendeels transfusieafhankelijke patiënten, die niet hadden gerespondeerd op een behandeling met ESA’s en andere beschikbare MDS-behandelingen, geïncludeerd. Zij kregen elke 3 weken 4 doses sotatarcept. Het primaire eindpunt van de studie was een veilige, tolerabele en effectieve dosering sotatarcept voor het verbeteren van de erytropoëse bij patiënten met anemie en IPSS-gedefinieerd laag- of intermediair-1-risico-MDS of niet-proliferatieve chronische myelomonocyten leukemie (CMML; witte bloedcellen <13.000/µl). Secundaire eindpunten omvatten het percentage transfusie-afhankelijkheid (RBC-TI) ≥8 weken. Voor inclusie geschikte patiënten hadden anemie (≥2 RBC units transfusiebehoefte in de 12 weken voorafgaand aan de inclusie met een Hb ≤9,0 g/dl) met geen respons, verlies van respons of een kleine kans op respons op ESA’s.

Na een behandeling met sotatercept was er bij 45% (24/53) van de evalueerbare patiënten sprake van een verminderde transfusiebehoefte of een toename van de Hb-waarde. Bovendien was er bij 19 van de 45 patiënten met een hoge transfusiebehoefte voor de start van de therapie een verminderde transfusiebehoefte, inclusief 5 patiënten (11%) die transfusie-onafhankelijk werden (RBC-transfusie-onafhankelijk gedurende minimaal 56 dagen). Vijf van de 9 patiënten (56%) in de minder transfusieafhankelijk groep bereikten transfusie-onafhankelijkheid en hadden toegenomen Hb-waarden (mediane HB-toename ≥1,5 g/dl voor ≥8 weken).

De behandeling met sotatercept werd over het algemeen goed verdragen. In totaal rapporteerde 37% van de patiënten een of meer behandelings-gerelateerde bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen waren vermoeidheid (11%), hoofdpijn (9,3%), verminderde eetlust (7,4%) en misselijkheid (7,4%). Vijfendertig patiënten (65%) staakten de behandeling: 28 als gevolg van een gebrek aan therapeutisch effect en 4 vanwege de bijwerkingen. Bij 3 patiënten van deze 4 ging het vermoedelijk om behandelings-gerelateerde bijwerkingen: 1 patiënt met graad 2 hemolytische anemie, 1 patiënt met graad 3 hypertensie en 1 patiënt met graad 2 musculaire zwakte in respectievelijk de sotatercept 0,3, 0,5 en 1,0 mg/kg groep. Samengevat werd sotatercept over het algemeen goed verdragen door laag-risico MDS-patiënten in de geteste doseringen. Er was bovendien veelbelovend bewijs voor klinische activiteit in dit cohort ESA-refractaire anemische MDS-patiënten. Mogelijk is sotatercept een kandidaat geneesmiddel voor anemische MDS-patiënten dat de last van frequente bloedtransfusies bij hen kan verminderen. Er zullen grote gerandomiseerde studies nodig zijn om de resultaten van dit onderzoek te bevestigen en te onderzoeken of een hogere dosis meer klinisch voordeel heeft zonder tot extra toxiciteit te leiden.

Referentie

Komrokji R, Garcia-Manero G, Ades L, et al. An Open-Label, Phase 2, Dose-Finding Study of Sotatercept (ACE-011) in Patients with Low or Intermediate-1 (Int-1)-Risk Myelodysplastic Syndromes (MDS) or Non-Proliferative Chronic Myelomonocytic Leukemia (CMML) and Anemia Requiring Transfusion. Presented at ASH 2014; Abstract #3251.

Spreker Rami Komrokji

 Komrokji

Rami S. Komrokji, MD, PhD,
Department of Malignant Hematology, Moffitt Cancer Center & Research Institute, Tampa, FL, Verenigde Staten


Zie: Keyslides

Naar boven