preheader NTVH

ash2014-1

Tinzaparine effectiever dan warfarine in de preventie van tromboserecidief bij kankerpatiënten

Resultaten van de internationale CATCH-studie (Comparison of Acute Treatment in Cancer Haemostasis) bevestigen dat de laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) tinzaparine effectiever is dan warfarine in het voorkomen van een recidief van veneuze trombose bij kankerpatiënten. Deze uitkomsten betreffen specifiek een reductie van de incidentie van diepveneuze trombose (DVT) in venen boven de knie. Er werd geen statistisch significant verschil tussen tinzaparine en warfarine gevonden in het verminderen van recidiverende veneuze trombo-embolie (VTE). Ook werd er geen verschil gevonden in de mortaliteit of de incidentie van ernstige bloedingen tussen beide behandelgroepen. Met tinzaparine ervaarden echter significant minder patiënten klinisch relevante niet-ernstige bloedingen in vergelijking met warfarine.

VTE vormt een uitdaging voor kankerpatiënten en hun behandelaren. Zowel DVT (een bloedstolsel in een grote vene in been, arm of bekken of in een andere grote vene in het lichaam) als een longembolie (PE; een potentieel dodelijke conditie die ontstaat als het bloedstolsel losraakt en naar de longen wordt getransporteerd) vallen onder de noemer VTE. De huidige behandelrichtlijnen bevelen het gebruik aan van LMWH’s boven warfarine om het risico op een PE te verkleinen. Deze aanbevelingen zijn echter gebaseerd op slechts één enkele studie. Vanwege het gebrek aan bevestiging van de resultaten van deze studie en het gebrek aan andere vergelijkende studies met verschillende geneesmiddelen, blijft warfarine een veelgebruikt anticoagulans bij kankerpatiënten.

Lee et al. voerden een gerandomiseerde fase III-studie uit met als doel het bevestigen van de eerdere bevindingen dat LMWH’s superieur zijn aan warfarine in het voorkomen van recidiverende VTE bij kankerpatiënten. Deze studie vergeleek de effectiviteit en veiligheid van het LMWH tinzaparine met die van de vitamine K-antagonist warfarine bij 900 kankerpatiënten met DVT of een PE. De patiënten werden gestratificeerd naar geografische regio, tumorkarakteristieken en VTE-voorgeschiedenis en gerandomiseerd tussen een behandeling met tinzaparine 175 IU/kg dagelijks voor 6 maanden (n=449) of een behandeling met initieel tinzaparine 175 IU/kg dagelijks voor 5-10 dagen overlappend en gevolgd door warfarine (aangepaste dosis, target INR 2,0-3,0; n=451) voor 6 maanden. Het primaire eindpunt van de studie was de tijd tot het recidiveren van VTE, geverifieerd met objectieve standaardbeeldvorming en geblindeerde centrale assessment; een samengesteld primair eindpunt dat symptomatische DVT en/of PE, incidentele proximale DVT en/of PE en een fatale PE omvatte. Het primaire veiligheidseindpunt was de incidentie van ernstige bloedingen.

De gemiddelde leeftijd van de deelnemende patiënten was 59 jaar; 59% was vrouw. In totaal had 77% een ECOG-performancestatus van 0-1 op baseline en 23% een ECOG-performancestatus van 2. De primaire tumoren waren bij 23% gynaecologisch van aard, bij 13% van colorectale oorsprong, bij 12% in de long en bij 9% in de borst gelegen. Tien procent van de patiënten had een hematologische maligniteit. Ten tijde van de randomisatie had 55% van de patiënten gemetastaseerde ziekte en had 44% reeds een antikankerbehandeling ondergaan (chemotherapie, chirurgie en/of radiotherapie). Tijdens de behandelperiode hadden 31 patiënten (6,9%) behandeld met tinzaparine een recidief van VTE vergeleken met 45 patiënten (10%) die met warfarine werden behandeld (hazard ratio [HR 95%-BI] 0,65 [0,41–1,03]; p=0,07). Symptomatische niet-fatale DVT kwam voor bij 12 patiënten (2,7%) in de tinzaparine-arm en bij 24 patiënten (5,3%) in de warfarine-arm (HR [95%-BI] 0,48 [0,24–0,96]; p=0,04). Een symptomatisch niet-fataal PE werd gezien bij 3 patiënten in de tinzaparine-arm en bij 2 patiënten in de warfarine-arm. Een fataal PE kwam voor bij 17 patiënten (3.8%) in elke arm (HR [95%-BI] 0,96 [0,49–1,88]; p=0,90). Er werd geen verschil waargenomen in de incidentie van ernstige bloedingen (2,9% in de tinzaparine-arm en 2,7% in de warfarine-arm), maar significant minder patiënten hadden klinisch relevante niet-ernstige bloedingen met tinzaparine vergeleken met warfarine (respectievelijk 11% versus 16%; p=0,03).

Uit de studieresultaten blijkt dat tinzaparine bij patiënten met actieve kanker en acute VTE het risico op recidiverende VTE vermindert van 10% naar 6,9% ten opzichte van warfarine. Bovendien blijkt tinzaparine het risico op symptomatische DVT met 52% te verminderen (p=0,04) en het risico op ernstige bloedingen, ook bij een volledige dosering, niet te vergoten. De incidentie van klinisch relevante niet-ernstige bloedingen nam af met het gebruik van tinzaparine ten opzichte van warfarine (p=0,03).

Deze studie is de grootste gerandomiseerde, gecontroleerde studie naar de behandeling van trombose bij kankerpatiënten en de bevindingen ondersteunen de klinische richtlijnen in het gebruik van LMWH’s in plaats van warfarine bij het voorkomen van recidiverende bloedstolsels.

Referentie

Lee A, Kamphuisen P, Meyer G, et al. A Randomized Trial of Long-Term Tinzaparin, a Low Molecular Weight Heparin (LMWH), Versus Warfarin for Treatment of Acute Venous Thromboembolism (VTE) in Cancer Patients - the CATCH Study. Presented at ASH 2014; Abstract #LBA-2.

Spreker Agnes Lee

Lee1

Agnes Y.Y. Lee, MD, PhD,
Vancouver General Hospital, Vancouver, British Columbia, Canada

 

Zie: Keyslides

Naar boven