preheader NTVH

Geen superieure PFS met belantamab mafodotin bij patiënten met RRMM in latere behandellijnen

Belantamab mafodotin (belamaf) is een eerste gehumaniseerd antilichaam-geneesmiddelconjugaat (ADC) in zijn klasse, dat is gericht tegen B-celmaturatieantigeen (BCMA) en celdood induceert door directe celdoding en immuungemedieerde mechanismen. Tijdens EHA 2023 werden de resultaten van de fase III-studie DREAMM-3 gepresenteerd, waarin belamaf als monotherapie werd vergeleken met een doubletbehandeling van pomalidomide en lage dosis dexamethason bij patiënten met recidief of refractair multipel myeloom in de derde of latere lijn.

In de DREAMM-2 studie werden snelle, diepe en duurzame responsen gevonden bij monotherapie met belamaf voor patiënten met recidief of refractair multipel myeloom (RRMM). Een doublet van het immunomodulerende middel pomalidomide in combinatie met een lage dosis dexamethason (Pd) is in de meeste landen goedgekeurd voor de behandeling van patiënten met RRMM. DREAMM-3 was het eerste gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek waarin belamaf werd vergeleken met een standaardbehandeling.

Studieopzet

In deze open-label, gerandomiseerde, multicentrische fase III-studie DREAMM-3 werd belamaf monotherapie vergeleken met pomalidomide plus lage dosis dexamethason (Pd) bij volwassen patiënten met RRMM bij een tweede recidief (derde lijn) of later. Patiënten werden gerandomiseerd (2:1) naar belamaf i.v. 2,5 mg/kg om de 3 weken of wekelijks Pd (pomalidomide 4 mg oraal op dagen 1-21 van elke 28-daagse cyclus; dexamethason 40 mg oraal [20 mg indien >75 jaar]). Het primaire eindpunt was progressievrije overleving (‘progression-free survival’, PFS) op grond van ziekteprogressie, overlijden of de start van een nieuwe behandeling (bij driewekelijkse controles). Secundaire eindpunten waren algehele overleving (‘overall survival’, OS), objectieve responsratio (ORR), percentage met een klinisch voordeel en de responsduur (‘duration of response’, DoR).

Resultaten

Van de in totaal 325 geïncludeerde patiënten (belamaf n=218; Pd n=107) was de mediane leeftijd 68 (bereik: 38-90) jaar en was 57% man. De mediane blootstellingsduur met belamaf was 4,1 (bereik: 0,4-22,9) maanden en 5,3 (bereik: 0,4-24,0) maanden met Pd. De mediane follow-upduur was 11,5 (bereik: 0,6-24,2) maanden met belamaf en 10,8 (bereik: 0,0-26,4) maanden met Pd. De mediane PFS was met 11,2 (bereik: 6,4-14,5) maanden langer met belamaf dan met Pd (7,2 [bereik: 4,6-10,6] maanden). Er was echter geen statistisch significant verschil in PFS tussen de beide behandelgroepen (HR [95%-BI]: 1,03 [0,72-1,47]; p=0,558). Met belamaf werden diepere responsen geïnduceerd dan met Pd (zeer goede partiële respons of beter [≥VGPR] van 25% vs. 8%). De mediane DoR was langer met belamaf dan met Pd (niet bereikt [NB] vs. 8,5 maanden na 11,5 maanden follow-up). Na 12 maanden was de kans op behoud van de respons 0,768 (95%-BI: 0,641-0,854) met belamaf en 0,484 (95%-BI: 0,258-0,679) met Pd. De mediane PFS op de volgende therapielijn (PFS2) was 18,7 maanden (95%-BI: 14,5-NB) met belamaf en 12,7 maanden (95%-BI: 9,3-21,1) met Pd. Het PFS2-percentage na 6 maanden was 73% met belamaf en 76% voor Pd. Gegevens over de OS waren immatuur op het moment van de analyse; de mediane OS was 21,2 maanden (95%-BI: 18,7-NB) met belamaf en 21,1 maanden (15,1-NB) met Pd (HR [95%-BI]: 1,14 [0,77-1,68]; p=0,746). Bijwerkingen (AE’s) werden gerapporteerd bij respectievelijk 97% en 93% van de patiënten. Oculaire toxiciteit door belamaf kon succesvol worden behandeld met dosisaanpassingen. Het veiligheidsprofiel was consistent met eerdere rapportages over belamaf en Pd. Door patiënten gemelde uitkomsten wijzen erop dat monotherapie met belamaf een goed te verdragen behandeloptie is met een positieve invloed op belangrijke gezondheidsuitkomsten voor patiënten met RRMM in de derde lijn of later.

Conclusie

Belamaf monotherapie vertoonde geen superieure PFS in vergelijking met een doubletbehandeling van Pd. Wel lijkt monotherapie met belamaf bij RRMM vergelijkbare niveaus van klinische activiteit te vertonen als het onderzochte doublet-regime. Bij monotherapie met belamaf was de mediane PFS langer en werden diepere en langere responsen geïnduceerd dan met Pd. Nieuwe veiligheidssignalen werden niet waargenomen. Subgroepanalyses en door patiënten gerapporteerde uitkomsten worden in een later stadium gepresenteerd. Belamaf wordt momenteel nader onderzocht in combinaties met gevestigde en nieuwe middelen en in eerdere behandellijnen.

Referentie

Dimopoulos MA, Hungria V, Radinoff A, et al. A phase 3, randomized study evaluating the efficacy and safety of single agent belantamab mafodotin vs pomalidomide plus dexamethasone in relapsed/refractory multiple myeloma (DREAMM-3). Gepresenteerd tijdens EHA 2023; abstract S280.

Spreker Meletios Dimopoulos

Meletios Dimopoulos

Meletios Dimopoulos, MD, National and Kapodistrian University of Athens School of Medicine, Athens, Griekenland

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven