preheader NTVH

header website

Duurzaam voordeel van brentuximab vedotin + AVD in vergelijking met ABVD bij niet eerder behandelde patiënten met stadium III/IV klassiek hodgkinlymfoom

Drie jaar follow-upresultaten van de fase III ECHELON-1 studie, laten een langdurig effect zien van brentuximab vedotin + doxorubicine, vinblastine en dacarbazine (A+AVD) bij niet eerder behandelde patienten met stadium III/IV klassiek hodgkinlymfoom (cHL). Na 3 jaar was 83,1% van de patienten in de A+AVD-arm nog in leven en vrij van progressie, vergeleken met 76% met ABVD. Dit voordeel van A+AVD ten opzichte van ABVD werd gezien bij zowel patiënten met positieve, als bij patiënten met negatieve PET-scans na twee behandelcycli.

Achtergrond

De ECHELON-1 studie had al eerder aangetoond dat progressievrije overleving met A+AVD superieur was aan ABVD als eerstelijnsbehandeling voor stadium III/IV cHL. In de afgelopen jaren was sprake van een verschuiving in het behandelmodel voor cHL richting een behandelstrategie op basis van het resultaat van een PET-scan na twee behandelcycli (PET2). Er zijn echter kanttekeningen te plaatsen bij deze aanpak. Bijvoorbeeld, korte- en langetermijntoxiciteit werd waargenomen bij PET2-positieve patiënten, die een overstap maakten naar BEACOPP of BEACOPP-escalated. Bovendien, werden regelmatig recidieven waargenomen bij PET2-negatieve patiënten. De 3-jaar follow-upresultaten van de RATHL studie lieten een PFS percentage na 3 jaar zien van 79,8% (82,1% bij PET-negatieve patiënten). In de SWOG S0816 studie, was ABVD bij PET-negatieve patiënten met een 5-jaar PFS percentage van 76%, vergeleken met 65% met BEACOPP-escalated bij PET2+ patiënten. Tijdens EHA 2019 werden de 3-jaars follow-upresultaten van de ECHELON-1 studie gepresenteerd.

Resultaten

In de ECHELON-1 studie werden 1.334 patiënten met onbehandelde stadium III-IV cHL gerandomiseerd toegewezen (1:1) aan A+AVD of ABVD. Aan het einde van cyclus 2 werd een PET-scan gemaakt (Deauville 1-3 PET-negatief; Deauville 4-5 PET-positief), waarna patiënten met een Deauville-score van 5 een overstap konden maken naar een alternatieve behandeling.
Na 3 jaar, was het percentage PFS in de A+AVD-arm 83,1%, vergeleken met 76,0% met ABVD. Dit PFS-voordeel werd waargenomen in alle onderzochte subgroepen en was onafhankelijk van leeftijd, IPS-score, lymfoomstadium bij aanvang, ECOG performance status, en het aantal extranodale lokalisaties. Opmerkelijk was dat het PFS-voordeel na 3 jaar ook onafhankelijk was van het PET2 resultaat. Bij PET2-negatieve patiënten was het verschil in het 3-jaars PFS percentage 7,1% in het voordeel van A+AVD (85,8% versus 79,5%; HR 0,69; p=0,009). Bij PET-positieve patiënten was dit verschil nog meer uitgesproken met een 3-jaars PFS percentage van 67,7% met A+AVD, vergeleken met 51,5% met ABVD (verschil 16,2%; HR 0,59; p=0,077). Ook bij patiënten jonger dan 60 jaar was het 3-jaars PFS percentage van A+AVD superieur aan ABVD (84,9% versus 77,8%; HR 0,69; p=0,008).
Bij de primaire analyse was sprake van perifere neuropathie bij 67% van de patiënten in de A+AVD arm en bij 43% in de ABVD arm. Na 3 jaar follow-up, was 78% van de perifere neuropathiegevallen in de A+AVD arm en 83% van de ABVD arm compleet hersteld of significant verbeterd. Van de resterende gevallen in de A+AVD arm was 89% graad 1 of 2. De mediane duur tot compleet herstel van de perifere neuropathie in de A+AVD arm was 28 weken.

Conclusies

Drie jaar follow-up van de ECHELON-1 studie heeft laten zien at 6 cycli A+AVD een robuust en langdurig PFS-voordeel geeft ten opzichte van ABVD bij onbehandelde stadium III/IV cHL-patiënten. Dit voordeel werd waargenomen, onafhankelijk van PET2-status, ziektestadium en IPS. De resultaten verkregen met A+AVD in deze studie ogen beter dan de uitkomsten van behandelstrategieën op basis van PET-scans, waarbij de behandeling aangepast wordt op basis van de PET2-status. Bovendien kan voor de patiënt het gebruik van bleomycine vermeden worden. Perifere neuropathie verbetert in de loop van de tijd en hersteld uiteindelijk compleet bij het merendeel van de patiënten.

Referentie

Gallamini A, Straus D, Dlugosz-Danecka M, et al. Frontline brentuximab vedotin with chemotherapy for stage 3/4 classical Hodgkin lymphoma: 3-year update of the ECHELON-1 study. Gepresenteerd tijdens EHA 2019; abstract S820.

Spreker Andrea Gallamini

Gallamini

Andrea Gallamini, MD, Centre A. Lacassagne, Nice, France

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven