preheader NTVH

header website

TKI-geassocieerde cardiovasculaire toxiciteit bij patiënten met chronische myeloïde leukemie

Tijdens de ‘educational session’: “Chronic Myeloid Leukemia: where are we in the current TKI era?” belichtte cardioloog dr. Javid J. Moslehi specifiek de cardiovasculaire toxiciteit geassocieerd met het gebruik van tyrosinekinaseremmers (‘tyrosine kinase inhibitors’, TKIs) bij chronische myeloïde leukemie (CML).1

Moslehi stelde dat kankerpatiënten die overleven in het bijzonder 2 risico’s lopen geassocieerd met hun ziekte en de behandeling, te weten: terugkeer van de tumor, en cardiovasculaire ziekten. Met de komst van meer gerichte therapieën is de cardiovasculaire toxiciteit toegenomen. Zeker voor CML-patiënten die met de huidige behandelmogelijkheden een lange overleving laten zien, is het van belang om meer te leren over wat deze toxiciteit als gevolg van de behandeling op de lange termijn gaat betekenen. De behandeling van CML-patiënten met TKIs kan resulteren in diverse cardiovasculaire problemen. Zo liet een Franse studie zien dat 9 patiënten behandeld met dasatinib ernstige pulmonale hypertensie ontwikkelden.2 Het gebruik van nilotinib daarentegen gaf met name vasculaire bijwerkingen, zie Slide 2 onder Keyslides op deze site.3

De vraag blijft wat de oorzaak is van de cardiovasculaire toxiciteit die gezien wordt bij CML-patiënten als gevolg van het gebruik van TKIs, zoals trombose, arteriosclerose of een ander vasculair effect.

Vanuit het perspectief van een cardioloog is dit zeer belangrijk om te weten, omdat deze co-morbiditeiten verschillend worden behandeld. Tevens zouden we beter in staat moeten zijn om de patiënten die een hoogrisico lopen op voorhand te identificeren.

Om meer te begrijpen van het achterliggende mechanisme is het van belang te realiseren dat de verschillende TKIs ingrijpen op een specifieke set kinases. Zo is van ponatinib bekend dat dit middel een remmend effect heeft op de vasculaire tyrosine kinases, te weten FLT1, FLT3 en KDR.2 Om meer te leren over de cardiovasculaire effecten van de verschillende middelen wordt er gebruik gemaakt van diverse op cellenmateriaal-gebaseerde methodes, waaronder geïsoleerde ratten- of muizenmyocyten, maar ook geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPS). Daarnaast zijn er diverse diermodellen beschikbaar, waaronder die met zebravissen en transgene muizen.

Wat betekent deze kennis nu voor de behandeling van CML-patiënten?

Ten eerste is het van belang te weten wat het cardiovasculaire risico is bij de start van de behandeling, waarbij de leeftijd, geslacht, maar ook het lipidengehalte in het bloed en de bloeddruk geïnventariseerd dienen te worden. Daarnaast zouden er, afhankelijk van welke TKI er wordt gebruikt, diverse parameters gecontroleerd moeten worden tijdens de follow-up van deze patiënten, aldus Moslehi, zie Slide 3 onder Keyslides op deze site.3

In zijn conclusie vestigde dr. Moslehi aandacht op een website die hij mede heeft ontwikkeld: www.cardioonc.org, waar specifieke aanbevelingen zijn te vinden met betrekking tot de cardiovasculaire toxiciteit van therapie bij kankerpatiënten.

Referenties

1 Moslehi JJ. TKI-Associated Cardiovascular Toxicity: What to Consider. ASH 2017, educational session: Chronic Myeloid Leukemia: where are we in the current TKI era?
2 Montani D, Bergot E, Günther S, et al. Pulmonary arterial hypertension in patients treated by dasatinib. Circulation. 2012 May 1;125(17):2128-37.
3 Moslehi JJ and Deininger M. Tyrosine Kinase Inhibitor-Associated Cardiovascular Toxicity in Chronic Myeloid Leukemia. J Clin Oncol. 2015 Dec 10; 33(35): 4210–4218.

Spreker Javid Moslehi

 Moslehi

Dr. Javid J. Moslehi, MD, cardioloog,Vanderbilt University Medical Center, Nashville, TN, Verenigde Staten


Zie: Keyslides

Naar boven