preheader NTVH

Geen verbetering van zwangerschapsresultaten na heparinebehandeling bij vrouwen met erfelijke trombofilie

Vanwege het verband tussen herhaaldelijke miskramen en erfelijke trombofilie worden zwangere vrouwen tijdens een nieuwe zwangerschap soms behandeld met anticoagulantia, indien zij voorheen meerdere miskramen hebben ervaren. Omdat klinisch bewijs voor deze behandeling ontbrak, werd in de ALIFE 2-studie de werkzaamheid van behandeling met heparine met laag moleculair gewicht (‘low-moleculair-weight heparin’, LMWH) onderzocht bij zwangere vrouwen met erfelijke trombofilie, die eerder minstens 2 miskramen hadden gehad. Behandeling met LMWH bleek zwangerschapsgerelateerde resultaten bij deze vrouwen niet te verbeteren in vergelijking met regulier zwangerschapstoezicht.

Introductie

Herhaaldelijke miskramen worden in verband gebracht met erfelijke trombofilie. Anticoagulantia zouden het aantal miskramen en negatieve aan zwangerschap-gerelateerde resultaten bij vrouwen met erfelijke trombofilie kunnen verminderen. Hoewel deze behandeling regelmatig wordt toegepast, ontbreekt solide bewijs ten aanzien van de werkzaamheid hiervan. Om die reden is een gerandomiseerde klinische studie uitgevoerd waarin het gebruik van LMWH bij vrouwen met herhaaldelijke miskramen en erfelijke trombofilie werd onderzocht.

Studieopzet

De internationale, open-label, gerandomiseerde ALIFE 2-studie werd uitgevoerd in 41 ziekenhuizen in Nederland, België, Slovenië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De patiënten waren 18-42 jaar met ≥2 miskramen en bevestigde erfelijke trombofilie (factor V Leiden, protrombine 20210A-mutatie, tekort aan antitrombine, eiwit C of eiwit S), die actief probeerden zwanger te raken of korter dan 7 weken zwanger waren. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar eenmaal daags subcutane LMWH (40 mg enoxaparine, 5.000 IU dalteparine, 4.500 IU tinzaparine of 3.800 IU nadroparine) of regulier zwangerschapstoezicht nadat een positieve zwangerschapstest in urine was vastgesteld. Er werd ≤7 weken zwangerschap gestart met LMWH en de behandeling werd voortgezet tot aan het einde van de zwangerschap.

Resultaten

In totaal werden 428 vrouwen geregistreerd, waarvan 326 zwanger raakten en gerandomiseerd werden. De LMWH-groep bestond uit 164 patiënten en de controlegroep uit 162 patiënten. De mediane leeftijd van de deelnemers was 33 jaar, waarvan ongeveer een derde ≥36 jaar was. Het mediane aantal miskramen voorafgaand aan randomisatie was 3. In totaal had 70% van de deelnemers ≥3 miskramen gehad. De meest voorkomende soorten trombofilie waren factor V Leiden heterozygoot (56%), protrombine 20210A-mutatie (25%) en gebrek aan eiwit S (14%). In de LMWH-groep eindigden 116/162 (71,6%) van de zwangerschappen met de geboorte van een levend kind, vergeleken met 112/158 (70,9%) in de controlegroep (aangepaste oddsratio [95%-BI]: 1,08 [0,65-1,78], absoluut verschil [95%-BI]: 0,7% [-9,2%-10,6%]). Bijwerkingen werden gerapporteerd bij 43,9% van de patiënten in de LMWH-groep vergeleken met 26,5% in de controlegroep.

Conclusie

Op basis van deze data lijkt LMWH niet te leiden tot een hoger percentage zwangerschappen die leiden tot de geboorte van een levend kind bij vrouwen met erfelijke trombofilie die ≥2 miskramen hebben gehad. Op basis van deze gegevens adviseren de onderzoekers om LMWH niet routinematig in te zetten bij vrouwen met erfelijke trombofilie en herhaaldelijke miskramen. Ook wordt geadviseerd om vrouwen met meerdere miskramen niet langer routinematig te testen op erfelijke trombofilie.

Referentie

Middeldorp S, et al. Low-molecular-weight heparin versus standard pregnancy care for women with recurrent miscarriage and inherited thrombophilia (ALIFE2): An open-label, phase III randomized controlled trial. Gepresenteerd tijdens ASH 2022; abstract LBA-5.

Spreker Saskia Middeldorp

Saskia Middeldorp

Prof. dr. Saskia Middeldorp, MD, Radboud UMC, Nijmegen, Nederland

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven