preheader NTVH

Incyte banner ASH 910

‘Real world’-associatie tussen verhoogde leukocytenwaarden en trombotische events bij polycythemia vera-patiënten

In de multicenter prospectieve REVEAL-studie werden polycythemia vera-patiënten geobserveerd. Naast de klassieke hematocrietmetingen werden ook niveaus van leukocyten en trombocyten bepaald om een mogelijke associatie met het optreden van trombotische events vast te stellen. Hieruit bleek dat een hematocrietwaarde van 45% of hoger, een leukcoytenniveau boven 11*109/l en een trombocytenniveau boven 400*109/l significante voorspellers waren voor het ontstaan van een trombotisch event.

Polycythemia vera (PV) is een myeloproliferatief syndroom dat wordt gekarakteriseerd door klonale proliferatie, verhoogde aantallen bloedcellen en een verhoogd risico op trombose. Meerdere studies hebben een associatie aangetoond tussen trombotische events (TE’s) en verhoogde hematocrietwaarden (HCT), maar de associatie tussen TE’s en leukocyten (‘white blood cell’, WBC)- en trombocytenniveaus (‘platelet’, PLT) zijn niet eerder consistent onderzocht.

Studiedesign REVEAL

REVEAL is een grote multicenter, prospectieve, observationele studie die plaatsvond in de Verenigde Staten, waarin de uitkomsten van PV-patiënten werden onderzocht. Tijdens ASH 2021 werd een nieuwe analyse van deze database gepresenteerd, waarin werd gekeken naar de associatie tussen verhoogde aantallen bloedcellen en het optreden van TE’s bij PV-patiënten. De studie includeerde volwassenen met klinisch gediagnosticeerde PV die daarvoor onder toezicht van een arts stonden. Patiënten met de intentie voor een transplantatie en patiënten die een splenectomie hadden ondergaan werden van deelname uitgesloten. In de analyse werd rekening gehouden met geslacht, leeftijd, ziekteduur en TE-geschiedenis, en eventuele behandeling voor PV. Voor de hoofdanalyse was de cut-off van de bloedcelaantallen een hematocrietwaarde (HCT) van 45%, leukocytenaantal (‘white blood cell’, WBC) van 11*109/l en trombocytenniveau (‘platelet’, PLT) van 400*109/l. Er werd ook gekeken naar alternatieve cut-off-waarden.

Resultaten

Totaal werden 2.510 patiënten geïncludeerd in de studie, waarvan 2.271 konden worden opgenomen in de analyse (77,9% met hoog risico, 22,1% laag risico). De mediane leeftijd van de patiënten was 66 jaar en 54,1% was man. Bij inclusie in de studie was de mediane ziekteduur 4,1 jaar, hadden 456 patiënten eerder een TE doorgemaakt en maakten meer dan de helft (52,6%) van de patiënten gebruik van hydroxycarbamide. Tijdens de gemonitorde periode in REVEAL maakten 106 patiënten een TE door, waarvan 30 arteriële TE’s (meest voorkomende: TIA [n=15]) en 76 veneuze TE’s (meest voorkomende: diepveneuze trombose [n=37]). Van de 456 patiënten die eerder een TE hadden doorgemaakt, ontstond er bij 8,3% opnieuw een TE tijdens de studie.

Associatie tussen bloedcelniveaus en TE’s

Uit de analyse bleek een significante associatie tussen bloedcelniveaus, hoge leeftijd, mannelijk geslacht, en het optreden van TE’s. Voornamelijk een HCT-waarde boven 45% (HR [95%-BI]: 1,84 [1,23-2,75]; p=0,0028), WBC-niveau boven 11*109/l (HR [95%-BI]: 2,35 [1,60-3,47]; p<0,0001) en een PLT-niveau boven 400*109/l (HR: 1,60 [1,09-2,36]; p=0,017) waren significant voorspellende factoren voor het optreden van TE’s. Er werd geen significant verschil in TE-risico gezien wanneer een WBC-niveau van ≥7*109/l tot <8,5*109/l  met <7*109/l werd vergeleken. Dit verschil werd wel gezien bij een WBC-niveau van 11*109/l of hoger versus 7*109/l of lager (p=0,0001). Er werd ook een trend gezien naar een verhoogde kans op een TE bij een PLT-niveau boven de 600*109/l vergeleken met lager dan 600*109 trombocyten/l (p=0,29).

Tevens werd de relatie tussen WBC-niveau en TE-risico nader bestudeerd bij PV-patiënten met een HCT-waarde ≤45%. In het model werd rekening gehouden met andere TE-risicofactoren, zoals leeftijd, mannelijk geslacht, ziekteduur, TE- en behandelingsgeschiedenis. Hieruit bleek dat deze patiënten met een HCT van 45 of lager met een WBC-niveau >12*109/l een significant hoger TE-risico vertoonden vergeleken met WBC ≤12*109/l (p=0,030). Bij PV-patiënten met een WBC-niveau van >11 vergeleken met ≤11*109/l werd een vergelijkbare, maar niet-significante verhoging van dit TE-risico gezien (p=0,053).

Conclusie

Uit deze analyse van REVEAL, het grootste cohort PV-patiënten tot nu toe, bleken significante associaties tussen verhoogde aantallen witte bloedcellen, rode bloedcellen, bloedplaatjes en een verhoogd risico op een trombotisch event. Een significante associatie werd gezien tussen een verhoogde aanwezigheid van leukocyten (>12*109/l)  en een hoger TE-risico, ook bij patiënten waarbij de hematocrietwaarden onder controle waren (≤45). Dit wijst er op dat het controleren van leukocytenaantallen ook belangrijk kan zijn voor PV-patiënten, naast de hematocrietwaarde. De onderzoekers bevelen daarom aan om het bepalen van de verschillende bloedcelniveaus op te nemen in de risicostratificatie en behandelstrategieën van PV-patiënten. Verder onderzoek naar de causale relatie tussen verhoogde bloedcelniveaus en TE-risico is nodig.

Referentie

Gerds A. A Real-World Evaluation of the Association between Elevated Blood Counts and Thrombotic Events in Polycythemia Vera (Analysis of Data from the REVEAL Study). Gepresenteerd tijdens ASH 2021; abstract 239.

Spreker Aaron Gerds

Aaron Gerds

Aaron Gerds, MD, MS, Cleveland Clinic Taussig Cancer Institute, Cleveland, Ohio, Verenigde Staten

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven