preheader NTVH

Sarclisa

Verhoogd risico op ongunstige uitkomsten bij patiënten met hematologische maligniteiten en een COVID-19-infectie

Data van de ‘ASH Research Collaborative COVID-19 Registry for Hematology’ ondersteunen de opkomende consensus dat patiënten met hematologische maligniteiten significante morbiditeit en mortaliteit ervaren bij een COVID-19-infectie.  Voornamelijk bij patiënten waarbij de levensverwachting voor diagnose van COVID-19 korter dan 12 maanden was, en bij patiënten met een recidiverende/refractaire ziekte, blijkt er een verhoogd risico te zijn om een corona-infectie met een gemiddeld of ernstig verloop door te maken, of om te overlijden aan een coronagerelateerde oorzaak. Uit het register bleek verder dat er meerdere overlijdens optraden na de keuze om een palliatieve aanpak te verkiezen boven een (agressieve) intensieve behandeling.  

Achtergrond

COVID-19, resulterend uit een SARS-CoV-2-infectie, kwam eind 2019 voor het eerst in beeld en veroorzaakte vervolgens een globale pandemie die in maart 2020 werd afgekondigd. Patiënten met onderliggende hematologische maligniteiten zijn mogelijk een medisch kwetsbare populatie voor het ontwikkelen van ongunstige uitkomsten bij een coronabesmetting. Dit kan het geval zijn wegens verschillende redenen, waaronder een hoge leeftijd en comorbiditeiten zoals hypertensie en diabetes. Het ‘ASH Research Collaborative COVID-19 Registry for Hematology’ werd ontwikkeld om kenmerken en uitkomsten van coronabesmettingen te bestuderen bij patiënten met onderliggende bloedaandoeningen, zoals hematologische maligniteiten. De analyse includeerde data van 656 patiënten, voornamelijk uit Noord-Amerika (n=396).

Resultaten

Van de patiënten die werden geanalyseerd was 77% 40 jaar of ouder en 60% mannelijk. Comorbiditeiten werden gerapporteerd bij 57% van de patiënten, voornamelijk diabetes (30%) en hypertensie (50%). Het grootste deel was leukemiepatiënt (57%), had een lymfoom (25%) of plasmacel neoplasie (18%). Voor de coronabesmetting was de geschatte levensverwachting bij 80% van de patiënten langer dan 12 maanden. Symptomen die het meeste voorkwamen waren koorts, hoesten, kortademigheid en vermoeidheid. Dit was onafhankelijk van de noodzaak tot ziekenhuisopname. Bij ongeveer de helft van de patiënten werd azitromycine of hydroxychloroquine toegediend. 

De COVID-19-infectie werd beoordeeld als mild (poliklinische ernstniveau), gemiddeld (ziekenhuisopname ernstniveau) of ernstig (intensive care ernstniveau). Over de gehele groep patiënten met hematologische maligniteiten lag het percentage overlijdensgevallen op 20%. Er waren echter slechts 2 gevallen van overlijden bij de patiënten met een mild ziekteverloop, terwijl deze 38% van het cohort vertegenwoordigden. Van de patiënten met een gemiddeld of ernstig ziekteverloop overleed 33%. Er was hierbij geen verschil zichtbaar in geslacht, ras of etniciteit. De ernst van de corona-infectie was wel sterk geassocieerd met de status van de hematologische maligniteit. Mortaliteit was 51% bij patiënten die voor de COVID-infectie een prognose hadden van minder dan 12 maanden. Bij patiënten met een levensverwachting boven de 12 maanden was deze mortaliteit 30%. Patiënten met een levensverwachting korter dan 12 maanden hadden daarnaast een significant hogere kans om een gemiddelde of ernstige infectie te ontwikkelen vergeleken met patiënten met een levensverwachting boven de 12 maanden.

In het geanalyseerde cohort had 62% een gemiddelde of ernstige ziekte, waarbij dit percentage toenam met leeftijd. Leeftijd was ook significant geassocieerd met overlijden, waarbij het overlijdenspercentage varieerde van 5-6% in de jongste groepen (respectievelijk onder 19 jaar en 19-39 jaar) tot 18%-33% bij de oudste groepen (respectievelijk 40-69 jaar en 70+ jaar). Een deel van de patiënten koos er voor om geen intensieve behandeling te ondergaan; hiervan had 90% een gemiddeld of ernstig ziekteverloop. Deze keuze werd ook vaker gemaakt naarmate de patiënt ouder was. Patiënten die geen intensieve behandeling verkozen, overleden vaker dan patiënten die deze wel ondergingen (respectievelijk 73% versus 13%). Bij de patiënten die nog langer dan 12 maanden te leven hadden, koos 6% ervoor om geen intensieve behandeling te ondergaan. Bij patiënten die een kortere levensverwachting als prognose hadden, koos 38% hiervoor. Daarnaast bleek ook de status van de maligniteit van invloed; een intensieve behandeling werd afgewezen door 6% van patiënten die in remissie waren, door 11% van patiënten met een stabiele ziekte, 13% van patiënten die bezig waren met de eerstelijnsbehandeling en 27% van patiënten met een recidiverende/refractaire ziekte.

Conclusie

Patiënten met hematologische maligniteiten hebben een verhoogd risico op ongunstige COVID-19-uitkomsten. Deze risico’s zijn vooral prominent in oudere patiënten met een ziekte in een vergevorderd stadium en een korte levensverwachting. Mortaliteit bleek hoger bij patiënten die geen intensieve behandeling ondergingen. Er lijkt daarom geen reden te zijn om intensieve behandeling aan patiënten met onderliggende hematologische maligniteiten en een gunstige prognose te onthouden, wanneer dit ook past binnen de voorkeuren van de patiënt. De dataverzameling van het register loopt nog steeds en wordt uitgebreid met niet-maligne hematologische aandoeningen.

Referentie

Wood WA, Neuberg DS, Thompson JC, et al. Outcomes of Patients with Hematologic Malignancies and COVID-19 Infection: A Report from the ASH Research Collaborative Data Hub. Gepresenteerd tijdens ASH 2020; abstract 215.

Spreker William Wood

 William A. Wood

Dr. William A. Wood, University of North Carolina, Chapel Hill, North Carolina, VS

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven