preheader NTVH

Axibacetagene ciloleucel is in de praktijk superieur aan immunochemotherapie bij oudere patiënten met recidief/refractair grootcellig B-cellymfoom na ≥2 behandelingslijnen

De ZUMA-1- en ZUMA-7-studies hebben aangetoond dat CAR-T-celbehandeling met axicabtagene ciloleucel (axi-cel) effectiever is dan standaard chemotherapie bij patiënten met recidief of refractair (R/R) grootcellig B-cellymfoom (‘large B-cell lymphoma’, LBCL). Tijdens ASH 2022 werd data uit de praktijk gepresenteerd uit een propensity-score gematchte analyse, waaruit bleek dat de werkzaamheid van axi-cel superieur is aan die van immunochemotherapie (ICT) bij R/R LBCL-patiënten die ≥2 eerdere behandelingslijnen hadden ondergaan. Het voordeel van axi-celbehandeling bleek het grootst bij patiënten ≥65 jaar.

Hoewel eerder is gebleken dat axi-cel geassocieerd is met een gunstiger algeheel responspercentage (‘overall response rate’, ORR) bij patiënten ≥65 jaar ten opzichte van jongere patiënten, worden oudere patiënten in de praktijk vaak juist uitgesloten van deze behandeling vanwege hun leeftijd. Daarom is een propensity-score gematchte analyse uitgevoerd, waarbij de werkzaamheid van axi-cel vergeleken werd met CIT in de praktijk bij een oudere patiëntenpopulatie.

Studieopzet

De analyse omvatte 1.146 R/R LBCL-patiënten die behandeld werden met axi-cel en 469 patiënten uit de SCHOLAR-1-studie die na een tweedelijnsbehandeling een ICT-behandeling ondergingen. Met behulp van propensity-score matching werden de patiëntkenmerken op baseline gebalanceerd tussen beide groepen. De axi-cel-patiënten waren in vergelijking met de ICT-patiënten over het algemeen ouder (mediane leeftijd 62,3 versus 55,4 bij ICT), hadden vaker een ECOG-score ≤1 voor de behandeling (96% versus 85%) en hadden meer behandelingslijnen ondergaan voor aanvang van de studie (66% met ≥3 behandelingslijnen versus 4% bij ICT). Door matching konden de meeste verschillen tussen de groepen gecorrigeerd worden, met uitzondering van de hoeveelheid patiënten die ≥3 behandelingslijnen had ondergaan.

Resultaten

Na mediane follow-upperiodes van 24 en 60 maanden voor respectievelijk de axi-cel- en ICT-groep, werd bij axi-cel een ORR van 76% gerapporteerd vergeleken met 28% bij ICT. De bijbehorende percentages complete respons (CR) waren respectievelijk 58% en 16%. Na 12 maanden was de algehele overleving 62% bij axi-cel vergeleken met 28% bij ICT. Het voordeel van axi-cel vergeleken met ICT wat betreft de ORR en CR bleek groter bij patiënten ≥65 jaar (ORR: 82% versus 25%; CR: 68% versus 13%) in verhouding tot patiënten <65 jaar (ORR: 75% versus 29%; CR: 56% versus 17%). Oudere patiënten hadden een 15 maal zo grote kans om CR te bereiken met axi-cel vergeleken met ICT (oddsratio [95%-BI] voor CR: 15,38 [4,69-50,51]; oddsratio [95%-BI] voor ORR: 18,11 [5,28-62,04]. Axi-cel was geassocieerd met een significant langere algehele overleving (HR [95%-BI]: 0,30 [0,24-0,37]) dan ICT, en dit voordeel werd in vergelijkbare mate gevonden bij patiënten ≥65 jaar (HR[95%-BI]: 0,32 [0,22-0,48]) en <65 jaar (HR [95%-BI]: 0,29 [0,22-0,38]).

Conclusie

Uit deze propensity-score gematchte analyse kwam naar voren dat axi-cel in de praktijk voordeel biedt boven immunochemotherapie bij R/R LBCL-patiënten die ≥2 eerdere behandelingslijnen hadden ondergaan. Dit is onafhankelijk van de leeftijd van de patiënt. Patiënten ≥65 jaar leken zelfs een sterker klinisch voordeel te hebben van axi-celbehandeling ten opzichte van jongere patiënten. Daarmee zou axi-cel bij zowel jongere als oudere R/R LBCL-patiënten ingezet kunnen worden. 

Referentie

M. Lunning, et al. Outcomes of axicabtagene ciloleucel in comparison with chemoimmunotherapy (CIT) in an elderly population for treatment of relapsed or refractory (r/r) large B-cell lymphoma (LBCL) after two or more lines of prior therapy. Gepresenteerd tijdens ASH 2022; abstract 765.

Spreker Matthew Lunning

Matthew Lunning

Dr. Matthew Lunning, University of Nebraska Medical Center, Omaha, NE, Verenigde Staten

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven