preheader NTVH

header-website

RUNX1 en CSF3R mutaties bij patiënten met congenitale neutropenie die leukemie ontwikkelen: een nieuwe leukemogenese ‘pathway’?

Een studie gepresenteerd tijdens de plenaire sessie van het jaarlijkse EHA congres toont een hoge frequentie aan van RUNX1 mutaties bij patiënten met congenitale neutropenie (CN) die na verloop van tijd leukemie ontwikkelen. Daarnaast stelde men een hoge incidentie vast van CSF3R mutaties, voorafgaand aan deze RUNX1 mutaties. Deze bevindingen suggereren volgens de onderzoekers het bestaan van een unieke moleculaire ‘pathway’ in de ontwikkeling van leukemie bij deze patiënten. De detectie van RUNX1 mutaties in combinatie met CSF3R mutaties kan bovendien een interessante marker zijn bij het identificeren van CN-patiënten die na verloop van tijd leukemie zullen ontwikkelen.

CN is een erfelijke aandoening die geassocieerd is met een risico van 20% op het ontwikkelen van acute myeloïde leukemie of myelodysplastisch syndroom (AML/MDS). Bij 20 van de 31 CN patiënten (64,5%) in de gepresenteerde studie stelde men RUNX1 mutaties vast. Negentien patiënten hadden mutaties met een bekende associatie met ernstige CN: ELANE (n=11), ELANE+GFI1 (n=1), WAS (n=3), HAX1 (n=3) en G6PT (SLC37A4) (n=1). De meerderheid van de patiënten met een RUNX1 mutatie had daarnaast ook een mutatie in CSF3R (75%). Daarnaast stelde men de volgende leukemie-geassocieerde mutaties vast bij de patiënten met een RUNX1 mutatie: FLT3-ITD (2 patiënten), EP300 mutations (2 patiënten), CBL (1 patiënt) en SUZ12 (1 patiënt). Uit een sequentiële analyse bleek dat RUNX1 mutaties een late gebeurtenis zijn in het transformatieproces naar leukemie. Zowel RUNX1 en CSF3R werden gedetecteerd in dezelfde leukemische klonen wat erop wijst dat de RUNX1 mutaties optreden in de klonen die reeds een CSF3R mutatie dragen. Een cytogenetische analyse van leukemische cellen toonde verder aan dat 10 patiënten met RUNX1 mutaties monosomie 7 ontwikkelden en dat 6 patiënten trisomie 21 hadden.

De hoge incidentie van RUNX1 en CSF3R mutaties in de onderzochte CN patiënten met een leukemische transformatie suggereren dat beide genen een belangrijke rol spelen in de transformatie naar leukemie van CN patiënten. De detectie van RUNX1 mutaties in combinatie met CSF3R mutaties vormt mogelijk een biomarker voor de identificatie van CN patiënten met een verhoogd risico op leukemie of transformative naar MDS.

Referentie

J. Skokowa, D. Steinemann, C. Zeidler et al. The association of mutations in RUNX1 and CSF3R with the development of leukemia in severe congenital neutropenia: a new pathway in leukemogenesis. Presented at EHA 2013, Abstract S570.

Spreker Karl Welte

welte1

Prof. Karl Welte, MD, PhD
Hannover Medical School, Hannover, Germany

 

Zie: Keyslides

Naar boven