preheader NTVH

ash2015

Warfarine kan een alternatief vormen voor laagmoleculairgewichtheparines in de langdurige behandeling van kanker-geassocieerde trombose

Een studie, gepresenteerd tijdens ASH 2015, toont aan dat switchen naar warfarine, na 6 maanden anticoagulatie met een laagmoleculairgewichtheparine (‘low-molecular-weight heparin’, LMWH), niet is geassocieerd met een hoger percentage recidieven van veneuze trombose (venous thrombo-embolism, VTE) dan een verlengde anticoagulatie met een LMWH bij patiënten met kanker-geassocieerde trombose. Ook de incidentie van majeure bloedingen en de incidentie van bloedingen in het algemeen was vergelijkbaar voor warfarine- en verlengd LMWH-gebruik.

Trombose vormt een zeer groot probleem bij kankerpatiënten en wordt gezien als de tweede belangrijkste doodsoorzaak bij deze patiënten (na de kanker zelf). De huidige standaardbehandeling voor kanker-geassocieerde VTE bestaat uit een LMWH. De richtlijnen geven aan dat deze anticoagulatie moet worden aangehouden gedurende 3-6 maanden. De data over het verlengen van dit LMWH-gebruik na 6 maanden zijn echter onduidelijk, al geven de meeste richtlijnen aan dat de LMWH-therapie moet worden voortgezet zolang het risico op een trombose-recidief blijft bestaan. Het verlengde gebruik van dergelijke middelen is echter niet goedkoop en bovendien kunnen LMWH’s op termijn ook een impact hebben op de levenskwaliteit van patiënten.

In de gepresenteerde studie werden 1.502 patiënten, die gedurende 6 maanden een LMWH kregen toegediend wegens kanker-geassocieerde trombose, ofwel verder behandeld met een LMWH, ofwel overgezet op warfarine. De belangrijkste eindpunten van de studie waren de incidentie van een recidief VTE en de incidentie van majeure bloedingen en bloedingen in het algemeen.

Van de 1.502 patiënten die werden opgenomen in de studie, stapten er 739 over naar warfarine en werden er 763 verder behandeld met een LMWH. Na een mediane follow-up van 11 maanden stelde men geen significant verschil vast tussen beide armen wat betreft de incidentie van een recidief VTE (7,2% met LMWH versus 6,0% met warfarine; HR [95%-BI]: 0,70 [0,46-1,07]; p=0,10). Ook de cumulatieve incidentie van majeure bloedingen was vergelijkbaar tussen beide armen (2,6% in de LMWH-groep en 2,7% bij patiënten die naar warfarine overstapten, HR [95%-BI]: 1,05 [0,79-1,55]; p=0,79). Ten slotte bleek ook de incidentie van bloedingen in het algemeen gelijk voor beide behandelingen: 6,7% in de LMWH-groep en 7,0% in de warfarine-groep (HR [95%-BI] 0,92 [0,62-1,37], p=0,70).

Samengevat toont deze studie aan dat bij patiënten die reeds 6 maanden LMWH anticoagulatie kregen toegediend, switchen naar warfarine geassocieerd is met een vergelijkbare incidentie van recidiverende VTE, majeure bloedingen en bloedingen in het algemeen als een voortgezette behandeling met een LMWH. Op basis van deze resultaten stellen de auteurs dan ook dat warfarine een alternatief kan zijn voor LMWH bij patiënten met kanker-geassocieerde trombose bij wie een verlengde anticoagulatie is geïndiceerd.

Referentie

Chai-Adisaksopha C, Iorio A, Crowther M, et al. Switching to Warfarin after 6-Month Completion of Anticoagulant Treatment for Cancer-Associated Thrombosis. Presented at ASH 2015; Abstract #430.

Spreker Chatree Chai-Adisaksopha

 Adisaksopha

Chatree Chai-Adisaksopha, MD,
Department of Medicine, McMaster University, Hamilton, Ontario, Canada


Zie: Keyslides

Naar boven