preheader NTVH

header website1

Follow-upresultaten van CheckMate 205: frequente en duurzame respons bij patiënten met gerecidiveerd / refractair klassiek hodgkinlymfoom behandeld met nivolumab

Tijdens de EHA 2017 werden de data gepresenteerd van de follow-up van de CheckMate 205-studie bij patiënten met gerecidiveerd/refractair (r/r) klassiek hodgkinlymfoom (cHL) die na ASCT-falen behandeld werden met nivolumab. Eerder lieten Younes et al. bij de initiële analyse van deze studie hoge objectieve responspercentages ( ‘objective response rates’, ORR), een bemoedigende duurzaamheid van de respons en een acceptabel veiligheidsprofiel zien.1

Patiënten met r/r cHL hebben een hoge frequentie van 9p24.1 genetische mutaties en overexpressie van PD-L1 en PD-L2. Aangezien nivolumab de signalering via de PD-1-receptor blokkeert, zou dit een unieke behandelingsoptie voor deze patiënten kunnen zijn.

In de eenarmige, multicenter, CheckMate 205-studie werden 243 patiënten met r/r cHL na ASCT geïncludeerd in 1 van de 3 volgende onafhankelijke cohorten: (1) cohort A: brentuximab vedotin-naïeve patiënten (n=63), (2) cohort B: brentuximab vedotin alleen na ASCT (n=80) en (3) cohort C: brentuximab vedotin voor en/of na ASCT (n=100).2

Alle patiënten werden elke twee weken behandeld met nivolumab 3 mg/kg tot ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit. Tevens werd bij patiënten in cohort C de behandeling met nivolumab gestaakt wanneer ze een duurzame complete respons (CR) gedurende 1 jaar hadden; de behandeling met nivolumab kon worden hervat bij een recidief. Het primaire eindpunt was ORR. Secundaire eindpunten waren de CR/PR-percentages, duur van CR/PR, progressievrije overleving (‘progression-free survival’, PFS), algehele overleving (‘overall survival’, OS) en het bijwerkingenprofiel. De follow-upduur van de huidige analyse is 19, 23 en 16 maanden voor respectievelijk patiënten in de cohorten A, B en C.

40% van de patiënten in deze studie zijn nog onder behandeling; de meest voorkomende reden voor stoppen is ziekteprogressie (26%). De ORR van alle patiënten is 69% en onderverdeeld naar cohort A, B en C respectievelijk 65, 68, en 73% (met respectievelijk 29, 13 en 12% CR’s). Patiënten met een CR hebben een langere mediane duur van de respons dan patiënten met een PR (20 versus 13 maanden). Verder werd er een langere mediane PFS gezien bij patiënten met een CR (mediaan 22 maanden), PR (mediaan 15 maanden) en stabiele ziekte (mediaan 11 maanden). De mediane OS werd in geen enkel cohort bereikt.

De meest voorkomende behandelingsgerelateerde bijwerkingen (elke graad) zijn vermoeidheid (23%), diarree (15%), infusiereacties (14%) en uitslag (12%). De meest voorkomende behandelingsgerelateerde ernstige bijwerkingen zijn infusiereacties (2%) en pneumonitis (1%).

Samenvattend laat deze follow-up van de CheckMate 205-studie zien dat nivolumab bij r/r cHL-patiënten frequente en duurzame responsen geeft. Dit is onafhankelijk van een eventuele eerdere behandeling met brentuximab vedotin, waarbij het CR-percentage 29% is voor brentuximab vedotin-naïeve patiënten. Ook werd er een aanhoudende PFS gemeld voor patiënten die CR, PR of stabiele ziekte bereikten. Verder is het bijwerkingenprofiel acceptabel en consistent met eerdere rapportages. Concluderend laten deze resultaten zien dat behandeling met nivolumab een gunstige langetermijnoptie zou kunnen zijn voor patiënten met r/r cHL, die progressie vertonen na ASCT. Duurzame responsen op therapie bij deze patiënten zijn waardevol, omdat hun verdere behandelingsopties beperkt zijn.

Referenties

1. Engert A, Santora A, Shipp M, et al. CheckMate 205: a phase 2 study of nivolumab in patients with classical Hodgkin lymphoma following autologous stem cell transplantation and brentuximab vedotin. EHA 2016, oral presentation, abstract S793

Engert A, Fanale M, Santoro A, et al. Nivolumab for relapsed/refractory classical Hodgkin lymphoma after autologous transplant: full results after extended follow-up of the multicohort multicenter phase 2 CheckMate 205 trial. EHA 2017, oral presentation, abstract S412

 

Spreker Andreas Engert

 Engert

Prof. Andreas Engert, MD, PhD, Uniklinik Köln, Duitsland


Zie: Keyslides

Naar boven