preheader NTVH

CAR-T-celtherapie als behandeling van een recidief na stamceltransplantatie bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen met ALL

De prognose van hoogrisicopatiënten met acute lymfatische leukemie (ALL) die na een allogene stamceltransplantatie een recidief krijgen is zeer slecht. Een tweede stamceltransplantatie kan van waarde zijn, maar gaat gepaard met hoog risico op een tweede recidief of overlijden door de behandeling. Tijdens EHA 2023 werden de resultaten gepresenteerd van een Europese retrospectieve ‘real-world’-studie, waarin het effect van CD19-gerichte CAR-T-celtherapie werd onderzocht bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen met ALL die na een stamceltransplantatie een recidief hadden ontwikkeld.

Tisagenlecleucel is een CD19-gerichte CAR-T-celtherapie die in 2018 door de EMA is goedgekeurd voor de behandeling van patiënten jonger dan 25 jaar met CD19-positieve ALL die niet reageren op voorgaande behandelingen en 2 of meer recidieven hebben ontwikkeld of die een recidief ontwikkelen na een stamceltransplantatie. Deze retrospectieve studie werd uitgevoerd om op basis van ‘real-world’-gegevens het effect te evalueren van tisagenlecleucel bij jonge patiënten met ALL die na een stamceltransplantatie een recidief hadden ontwikkeld.

Studieopzet

De onderzoekers verzamelden gegevens uit 27 ziekenhuizen in Europese 7 landen van kinderen, adolescenten en jongvolwassen die in de periode 1 september 2018-1 januari 2023 waren behandeld met tisagenlecleucel vanwege een recidief na een stamceltransplantatie. Belangrijke uitkomstmaten waren gebeurtenisvrije overleving (‘event-free survival’, EFS), algehele overleving (‘overall survival’, OS) en de veiligheid van de behandeling.

Resultaten

In totaal werden 169 patiënten geïncludeerd in de studie, met een mediane leeftijd van 9,3 jaar . Bij 51 patiënten (30%) werd het recidief vastgesteld binnen 6 maanden na de transplantatie (vroeg recidief). De overige 117 patiënten (70%) kregen een recidief na meer dan 6 maanden na de stamceltransplantatie (laat recidief).

Na een mediane follow-upduur van 27,6 maanden was de 2-jaars-EFS 43,5% en de OS 63,3%. De leeftijd van de patiënt, het type donor en de ziektelast op het moment van lymfodepletie-chemotherapie hadden geen invloed op de overleving. Daarentegen was de periode tussen de stamceltransplantatie en het optreden van het recidief wel gerelateerd aan de overleving, evenals het aandeel leukemische blasten na lymfodepletie-chemotherapie. De 2-jaars-EFS was 24,8% bij patiënten met een vroeg recidief en 49,8% bij patiënten met een laat recidief (p=0,005). De OS was 47,1% bij patiënten met een vroeg recidief en 70,2% bij patiënten met een laat recidief (p<0,001).

Daarnaast had het aandeel leukemische blasten na lymfodepletie-chemotherapie invloed op de eventvrije overleving en OS. De 2-jaars-EFS was 53,6% bij patiënten die na lymfodepletie minder dan 5% leukemische blasten hadden en 27,3% bij patiënten die na lymfodepletie meer dan 5% leukemische blasten hadden (p=0,005). De OS was 71,3% bij patiënten met minder dan 5% leukemische blasten en 49,5% bij patiënten met meer dan 5% leukemische blasten (p=0,028).

Het ‘cytokine release syndrome’ (CRS) werd vastgesteld bij 101 patiënten (60%). Bij 13 patiënten (8%) werd deze bijwerking geduid als graad 3 of hoger. 2 patiënten (60%) overleden aan de gevolgen van CRS. Het ‘immune effector cell-associated neurotoxicity syndrome’ (ICANS) werd vastgesteld bij 18 patiënten (11%). Bij 9 patiënten (5%) werd deze bijwerking geduid als graad 3 of hoger. Voor zowel CRS als ICANS gold dat de ernst van de bijwerking gerelateerd was aan de ziektelast.

Conclusie

Uit deze Europese retrospectieve studie blijkt dat jonge patiënten met ALL die na een allogene stamceltransplantatie een recidief ontwikkelen en nadien worden behandeld met tisagenlecleucel een substantiële verbetering ervaren in de PFS en OS ten opzichte van de zorgstandaard. Een vroeg optredend recidief na stamceltransplantatie en een hoger aandeel leukemische blasten na lymfodepletie hebben een negatief effect op de 2-jaarsEFS en OS.

Referentie

Bader P, et al. Treatment of post-transplant relapse in children, adolescents and young adults with BCP all using CD19-CAR-T: a European retrospective analysis of real-world data. Gepresenteerd tijdens EHA 2023; abstract S111.

Spreker Peter Bader

Peter Bader

Peter Bader, MD, PhD, Goethe University, Frankfurt, Duitsland

 

Zie: Keyslides

 

Naar boven