preheader NTVH

header website1

Prospectieve H102-studie: leukemische stamcelfrequentie in combinatie met MRD is een belangrijke biomarker bij het voorspellen van recidief bij acute myeloïde leukemie

Ondanks het gebruik van risicoalgoritmes is de uitkomst bij patiënten met acute myeloïde leukemie (AML) nog steeds moeilijk te voorspellen. Zelfs bij laag-risicopatiënten treden er recidieven op. Daarom is verdere verfijning nodig van de classificaties die op dit moment gebruikt worden. Deze studie laat zien dat leukemische-stamcel (LSC)-frequentie in combinatie met MRD goede resultaten geeft bij de identificatie van patiënten met een zeer laag risico.

Minimale residuale ziekte (‘minimal residual disease’, MRD) is een bekende risicofactor en heeft prognostische waarde bij AML-patiënten, onafhankelijk van risicogroep. In huidige prospectieve studies wordt de therapie aangepast naar gelang positiviteit of negativiteit van MRD. Recidieven treden echter bij een substantieel deel van MRD-negatieve patiënten op. Eerdere retrospectieve studies lieten zien dat de LSC-frequentie belangrijke prognostische informatie geeft, zelfs voor MRD-negatieve patiënten. In deze studie, die gepresenteerd werd tijdens de EHA, werden data van de HOVON/SAKK H102-studie gebruikt om de leukemische CD34+CD38-stamcelfrequenties en MRD-frequenties prospectief te definiëren om de invloed op de patiëntenuitkomst te onderzoeken.

Van 242 patiënten die morfologisch volledige remissie bereikten, waren de LSC- en MRD data na twee chemotherapiekuren beschikbaar. MRD-positiviteit werd gedefinieerd als een percentage van MRD-positieve cellen boven 0,1% (ten opzichte van het totale aantal witte bloedcellen) en LSC-positiviteit werd gedefinieerd als een CD34+CD38-LSC-percentage boven 0,0000% (LSC cut-off 0,0000%; daarom werden er geen CD34+CD38-LSC-events gemeten).

De cumulatieve incidentie van recidief (‘cumulative incidence of relapse’, CIR) en algehele overleving (‘overall survival’, OS) werden onderzocht voor vier verschillende MRD/LSC-groepen: 1) MRD-negatieve + LSC-negatieve patiënten (n=136), 2) MRD-positieve + LSC-negatieve patiënten (n=28), 3) MRD-negatieve + LSC-positieve patiënten (n=58) en 4) MRD-positieve + LSC-positieve patiënten (n=20). De driejaars-CIR voor de vier genoemde groepen was respectievelijk 35, 43, 53 en 100%. Vergelijkbare resultaten werden gevonden voor OS: de driejaars-OS was respectievelijk 66, 68, 53 en 0%.

Vervolgens werd de impact van MRD/LSC-status onderzocht in de groepen met een goed, gemiddeld, ongunstig en zeer ongunstig risico (volgens HOVON). Hoewel de aantallen patiënten soms klein waren, laten de resultaten zien dat MRD-positieve + LSC-positieve AML-patiënten in alle risicogroepen een erg slechte prognose hebben. Multivariate analyses, die alle bekende risicofactoren bevatten inclusief risicogroep en post-remissiebehandeling, laten zien dat de MRD-positieve + LSC-positieve patiënten een significant slechtere CIR (hazard ratio [HR] 5,89; 95%-BI 3,32-10,47) en OS (HR 3,62; 95%-BI 1,86-7,04) hebben in vergelijking met MRD-negatieve + LSC-negatieve patiënten.

De onderzoekers concludeerden dat deze prospectieve resultaten laten zien dat CD34+CD38-LSC-frequentie belangrijke toegevoegde waarde heeft bij MRD-beoordelingen. Dit biedt mogelijkheden om patiënten met een zeer ongunstig risico te identificeren in alle huidige risicogroepen. Deze data tonen de urgentie om zowel MRD als LSC in toekomstige AML-risicoclassificaties te includeren, om betere post-remissiebehandeling mogelijk te maken.

Referentie

W. Zeijlemaker, R. Meijer, A. Kelder, et al. Leukemic stem cell frequency combined with NRD is an important biomarker to predict relapse in acute myeloid leukemia. Results from a prospective H102 study. EHA 2017, oral presentation, abstract S113

 

Spreker Wendelien Zeijlemaker

 Zeijlemaker

Wendelien Zeijlemaker, MD, Noordwest Ziekenhuisgroep, Alkmaar, Nederland


Zie: Keyslides

Naar boven