preheader NTVH

Banner website

Weglaten van daunorubicine heeft geen invloed op overleving van kinderen met acute lymfoblastische leukemie

Uit nieuwe gegevens blijkt dat het weglaten van de chemotherapeutische stof daunorubicine uit het initiële behandelingsschema niet zorgt voor een verminderde overleving bij kinderen met standaardrisico acute lymfoblastische leukemie (ALL). Dit duidt erop dat kinderen met ALL een goede klinische uitkomst kunnen hebben zonder hierbij de ernstige korte- en langetermijntoxiciteit van daunorubicine te moeten ervaren.

Gedurende de laatste 20 jaar werden enorme stappen gezet in de behandeling van ALL bij kinderen en momenteel overleeft ongeveer 90% van de kinderen met standaardrisico-ALL hun ziekte. Bepaalde behandelingsregimes voor standaardrisico-ALL bij kinderen bevatten initiële infusies van het anthracyclinederivaat daunorubicine. Deze behandeling is erg effectief, maar kan op lange termijn zorgen voor hartschade. Dit gegeven vormde de rationale voor onderzoekers om na te gaan of het weglaten van daunorubicine tijdens de inductietherapie een soortgelijke klinische effectiviteit geeft als het traditionele standaardprotocol met een verminderde toxiciteit op lange termijn.

In de gepresenteerde fase III-studie werden 1.128 pediatrische patiënten met standaardrisico-B-cel-ALL gerandomiseerd tussen inductietherapie met een standaarddosis daunorubicine (n=560) of inductietherapie zonder daunorubicine (n=568). Beide groepen kregen tijdens de uitgestelde intensifiëringsfase van hun behandeling doxorubicine toegediend, gevolgd door een standaard onderhoudsprotocol van 24 maanden.

De gebeurtenisvrije overleving (‘event-free survival’; EFS) na 5 jaar was vergelijkbaar voor beide studiegroepen met een EFS van 92,9% voor patiënten die daunorubicine kregen toegediend tegenover 93,9% voor patiënten in de groep zonder daunorubicine. Met een percentage van 97,2% en 98,2% voor patiënten met en zonder daunorubicine in de inductiefase was ook de totale overleving vergelijkbaar. Dit was eveneens het geval voor het percentage minimale residuele ziekte.

Samengevat bewijst deze studie dat het reduceren van de hoeveelheid chemotherapie in de inductiefase van de behandeling van patiënten met ALL geen negatieve invloed heeft op de effectiviteit van de behandeling. Bovendien kan door het weglaten van deze schadelijke chemotherapie het risico op latere hartproblemen bij deze patiënten worden geminimaliseerd.

Referentie

Baruchel A, Petit A, Leblanc T, et al. Daunorubicin or not during the induction treatment of childhood standard-risk B-cell precursor acute lymphoblastic leukemia (SR-BCP-ALL): the randomized Fralle 2000-A protocol. Presented at ASH 2012, abstract 135.

Spreker Andre Baruchel

 baruchel

Andre Baruchel, PhD, MD1,2
1Department of Pediatric Hematology, Robert Debré Hospital, AP-HP, Paris, France
2UFR de Médecine, University Paris-Diderot, Paris, France


Zie: Keyslides

Naar boven